Zelfbeschikking is geen ideologie maar een mensenrecht.
De Tweede Kamer heeft opnieuw het kabinet opgeroepen om het wetsvoorstel tot wijziging van de Transgenderwet in te trekken. Daarmee lijkt niet alleen een noodzakelijke verbetering van de rechtspositie van transgender personen op de lange baan geschoven, maar wordt ook het fundamentele recht op zelfbeschikking gereduceerd tot een ideologische twistappel. Als regenboogambassadeur van de provincie Drenthe wil ik onderstrepen hoe belangrijk het is dat deze wet wél wordt behandeld — publiek, transparant, en met respect voor de mensen om wie het gaat.
Want laten we niet vergeten: achter deze wet schuilen geen abstracte discussies, maar echte levens. Transgender personen in Nederland moeten nu nog steeds langs een deskundige om erkend te worden in hun genderidentiteit. Dit is een vorm van bevoogding die niet past in een samenleving die mensenrechten hoog in het vaandel zegt te hebben. De voorgestelde wijziging — die dit proces vereenvoudigt — brengt Nederland in lijn met mensenrechtenstandaarden en met landen als Noorwegen, Ierland en Malta, waar zelfidentificatie al jaren wettelijk is geregeld zonder dat dit heeft geleid tot de rampscenario’s waarmee nu wordt geschermd.
Het uitstellen of intrekken van dit voorstel is bovendien geen neutrale politieke keuze. Het versterkt het gevoel onder transgender personen dat hun bestaan ter discussie staat. In een tijd waarin haat tegen transgender personen toeneemt, regenboogsymbolen vernield worden, en extreemrechtse partijen internationaal aan invloed winnen, is dit besluit een echo van een bredere, zorgwekkende trend. In landen als Hongarije en Polen worden rechten van LHBTI+ personen structureel afgebouwd. Ook in de Verenigde Staten zien we een zorgelijke toename van anti-transwetgeving. Nederland zou juist nu pal moeten staan voor mensenrechten en inclusie — niet achteruit lopen.
Het parlement hoort de plek te zijn waar wetten openlijk worden besproken, gewogen en verbeterd — niet een plek waar kwetsbare groepen worden weggezet of doodgezwegen. Dat sommige partijen het niet eens zijn met het wetsvoorstel is legitiem, maar dat mag nooit een reden zijn om het debat zelf te blokkeren. Democratie verdraagt verschillen van inzicht, maar verliest haar kracht als ze fundamentele rechten buiten de orde verklaart.
Daarom richt ik mij tot het kabinet: weersta de politieke druk om dit wetsvoorstel stilletjes in te trekken. Geef gehoor aan de belofte van een inclusieve samenleving waarin iedereen telt — ook transgender personen. Laat deze wet behandelen, zoals het hoort in een democratische rechtsstaat: openlijk, zorgvuldig en met oog voor hen die nu al veel te lang wachten op wettelijke erkenning van wie zij zijn.
Henk Nijmeijer, Regenboogambassadeur
Nieuwe alinea